Anders kijken

De lockdown leerde mij anders naar werken en zorgen te kijken

“Wie deze lockdown thuisonderwijs en zorg moet leveren heeft algauw het gevoel niet aan werken toe te komen.”

Dit intro van een essay van Lynn Berger in de Correspondent nodigt mij uit om verder te lezen. En ook de titel heeft iets pakkends: Waarom zorgen voor je gezin óók werken is (en niet iets wat je van je werk houdt). Ik voel mijn wenkbrauwen omhoog gaan. Hoe bedoelt ze dat? Kan je ook anders kijken naar werk en zorg dan als tegenstelling?

Werken en zorgen in het coronatijdperk

Lynn Berger beschrijft in de eerste paragraaf hoe ze in een gesprek met een andere moeder zichzelf op een gedachtegang betrapt waarvoor ze zich schaamt. Op de vraag hoe het in deze lockdown met haar werk is, antwoordt ze namelijk met: “Niet. Werken gaat niet.” Het thuisonderwijs en de zorg voor de kinderen geeft haar dat gevoel.

Als moeder van kinderen van 10 en 14 jaar herkenbaar ik goed wat Lynn Berger schrijft. Ook ik heb wel eens de neiging om aan het einde van de dag te zeggen dat ik ‘niets’ heb kunnen doen door het thuisscholen en de kinderen om me heen. Het is eruit voordat ik er erg in heb, en dat voelt inderdaad niet fair.

Ik kies er bewust voor tijdens de lockdowns minder uren in mijn bedrijf te steken. Er te zijn voor de kinderen. Ik zit gelukkig ook in de omstandigheid dat dit kan. Er zijn nu minder opdrachten (dus meer tijd) en we kunnen het financieel gezien ook redden als ik minder inkomsten heb. Natuurlijk frustreert dit wel eens. Maar ik zie ook hoe hard mijn kinderen steun nodig hebben in deze tijd. Praktische steun met computers, plannen, rekenen en taal, maar misschien nog wel meer emotionele steun. Want er gebeurt nogal wat in de wereld. Veel dingen zijn onzeker, en kunnen op het laatste moment afgezegd worden of weer veranderen. Er wordt een groot beroep gedaan op hun flexibiliteit, zelfstandigheid, vertrouwen in zichzelf en vertrouwen in de wereld. Serieuze levenskunst dus die ze aan het ontwikkelen zijn.

Thuis werken, thuis scholen, vertragen

Frustratie als signaal

Mijn hart gaat uit naar al de ouders die juist nu extra veel tijd in werk moeten stoppen omdat ze een vitaal beroep hebben. Ik leef mee met ouders die een bedrijf hebben dat het zwaar heeft door corona, met alleenstaande ouders, en met ouders met hele jonge kinderen (die veel meer hulp nodig hebben dan die van mij). Ik realiseer me dat zij veel minder mogelijkheden hebben om de kinderen te begeleiden, en dat de combinatie werken en zorgen in deze tijd heel stressvol kan zijn. Als ik terugdenk aan die keren dat ik gefrustreerd geroepen heb dat ik ‘niets’ gedaan heb wanneer de dag in het teken stond van zorg en steun, dan voel ik in eerste instantie gêne. Er zijn zoveel mensen die het moeilijker hebben.

Maar het is niet alleen het zeer van anderen wat me bezighoudt. Het artikel in de Correspondent wees me op nog een reden waarom het een verkeerd signaal is om te zeggen dat je ‘niets’ gedaan hebt. Lynn Berger betoogt dat we daarmee ook het signaal geven dat alleen betaald werk betekenisvol is. Ze haalt een quote aan van feministische econoom Nancy Folbre die zegt dat we op moeten houden met zeggen dat ouders niet kunnen werken vanwege zorg voor de kinderen en gesloten scholen. ‘Zeg, in plaats daarvan, dat “ouders geen geld kunnen verdienen”. Voor kinderen zorgen is werk.’

En daar wil ik in dit artikel wat verder op ingaan, want moeten we zorg echt werk noemen? Of kan je er ook anders naar kijken?

Zorg en werk: tegenstelling en verbondenheid

Een interessante uitspraak van Nancy Folbre, om zorg te zien als werk (naast alles wat zorg nog meer kan zijn). Het is onbetaald werk, maar het ouderschap, zorgen, koken en huishouden doen is volgens Folbre net zo goed van betekenis voor de economie als betaald werk. Eens. Alles is met elkaar verbonden, betaald en onbetaald werk ook. Bedenk maar wat er gebeurt als er niemand is die onbetaald werk doet. Als we onze kinderen niet opvoeden tot evenwichtige en prettige personen dan hebben we (en nu quote ik Folbre met haar economische blik) “in de toekomst niet voldoende ‘menselijk kapitaal’ om de economie draaiende te houden”. Bovendien brengt zorg sociale buren, goede vrienden en fijne collega’s voort. Mits het lukt, natuurlijk, en er genoeg tijd en ruimte voor is. Sommige mensen gaan nog een stapje verder. Silvia Federici pleit voor loon voor degene die thuis het huishouden runt.

Hoewel ik de strijd om gelijkwaardigheid begrijp, heb ik er moeite mee dat Folbre en Federici met zo’n economische bril naar zorg kijken. Het helpt de wereld volgens mij niet om alles wat we waardevol vinden ‘werk’ te gaan noemen.

Misschien moeten we juist wel anders naar werk gaan kijken? In een van de reacties onderaan het artikel van Lynn Berger schreef iemand dat het beter is werk als een vorm van zorg te gaan zien. In plaats van zorg als een vorm van werk. Dat vind ik een mooie gedachte. Werk als een vorm van zorg zien, hoe zou de wereld eruitzien als de hele wereld hier naar handelt? Als we allemaal werk gaan doen om elkaar en de aarde te helpen en te helen.

Een basisinkomen zou in dit kader een mooie aanmoediging zijn, en (in mijn ogen) tegelijkertijd onmisbaar als je dit wilt laten slagen. Het lijkt misschien op een loon voor mensen die een huishouden runnen, maar het is meer. Een basisinkomen stelt mensen in staat een betere afweging te maken tussen verdienen en zorgen.

Illusie of werkelijkheid?

Werk als zorg zien. Het is zeker geen nieuw verhaal, maar wel krachtige nieuwe taal. Het geeft mij persoonlijk een onverwacht sterk gevoel van verbinding tussen de verschillende taken en doelen die ik als ouder heb. Het zet mij aan het denken. Is de tegenstelling tussen werken en zorgen misschien een illusie die we kunnen en moeten doorprikken? Ik denk van wel.

De tegenstelling tussen werken en zorgen zit in onze cultuur. Zorgzaamheid zou ook een waarde kunnen zijn welke we actief bij elkaar aanmoedigen. Bij zowel mannen als vrouwen. En dan niet alleen zorgen voor onze kinderen en onze ouders, maar ook voor de aarde. Niet prestatie, efficiëntie en het groeidenken staan dan centraal, maar betekenis, welzijn en herstel. Als werk van nature het algemeen welzijn van de samenleving bevordert, en het leven op aarde niet afbreekt maar herstelt, dan komt dit ook ten goede aan onze kinderen.

Maar we kunnen klein beginnen, door ons te realiseren dat taal verre van neutraal is. Ik beloof hier plechtig dat ik nooit meer zal zeggen dat ik ‘niets’ gedaan heb na een dag thuisscholen.

Voortaan nieuwe blogs in jouw mailbox?

No Comments

    Leave a Reply